MMA lassen valt onder booglassen en is hetzelfde als elektrodelassen. Dit wordt ook wel elektronisch lassen genoemd, of baguette lassen. Bij elektrodelassen wordt er een constante stroomsterkte gebruikt om te lassen. Een afsmeltende elektrode dient als extra lasmateriaal.
Er wordt een elektrische boog getrokken tussen het metaal en de elektrode. Deze boog zorgt voor warmte die het werkstuk en de elektrode laat smelten. Het omhulsel van de elektrode beschermt de boog en het smeltbad, daarom wordt er geen toegevoegd beschermgas gebruikt.
Het lastoestel is een elektronisch type (inverter) of met een transformator. Alle inverters werken met gelijkstroom (DC, Direct current), de transformatortoestellen werken met wisselstroom (AC, Alternating current).
MMA lassen is de meest eenvoudige manier van lassen. Het is een veelgebruikte wijze van lassen omdat het enorm veelzijdig is door de vele soorten elektrodes die verkrijgbaar zijn. Deze lastoestellen zijn vrij licht en het lassen kan compact gebeuren, want je hebt geen gasfles of rol toevoegdraad nodig.
Het beschermpoeder rond de elektrode blijft na het lassen wel zichtbaar op de uiteindelijke las, hoewel deze slak afgebikt wordt. Daarom raden we aan om MMA lassen te gebruiken op minder zichtbare plaatsen.
Het is ook gemakkelijk aan te leren. Daarom wordt MMA lassen vaak gedaan door doe-het-zelvers. Maar ook professionelen lassen op deze manier, hoewel het wegwerken van de slak (insluitsels) vaak tijdsrovend is.
Belangrijke factoren bij het kiezen van een MMA lastoestel zijn: regelbereik (=hoeveel lasstroom je nodig hebt) en de dikte van de elektroden.
Hoe dikker je materiaal, hoe dikker je elektrode. De lasstroom is afhankelijk van je materiaal dikte en de dikte van je elektrode. Dus je regelbereik en de dikte van de elektrode zijn in verhouding met elkaar.
TIP: Vuistregel voor de berekening van de nodige lasstroom van een lastoestel: diameter elektrode x 40 = benodigde lasstroom.
Gemiddelde waarden van de lasstroom (A) bij elektrodelassen
| Diameter elektrode (mm) | 1,60 | 2,00 | 2,50 | 3,25 | 4,00 | 5,00 | 6,00 |
| Zuur elektrode | - | - | - | 100-150 | 120-190 | 170-270 | 20-380 |
| Rutiel elektrode | 30-55 | 40-70 | 50-100 | 80-130 | 120-170 | 150-250 | 220-370 |
| Cellulose elektrode | 20-45 | 30-60 | 40-80 | 70-120 | 100-150 | 140-230 | 200-300 |
| Basische elektrode | 50-75 | 60-100 | 70-120 | 110-150 | 140-200 | 190-260 | 250-320 |
Rutiel elektrode: Geschikt voor algemene toepassingen. Het is ook het meest gebruikte elektrode bij MMA lassen. De rutiel elektrode ontsteekt eenvoudig en het lasmetaal vloeit goed aan de te verbinden delen. De lasboog is tamelijk zacht en er zijn minder spatten bij lassen met dit type elektrode. Het is lassen met goede mechanische sterkte, ook op vlak van vermoeiing. Rutiel wordt vaak gebruikt bij hoeklassen en het vullen van naden.
Basische elektrode: Dit is veel sterker dan rutiel. Het is minder eenvoudig om te lassen omdat de lasbaarheid minder goed is. Je moet lassen met een korte boog. Daarom is lassen met basische elektroden vaak enkel door professionelen gedaan. De bekleding van de elektroden heeft een chemische samenstelling die ervoor zorgen dat je minder ongewenste gassen hebt, waardoor je een zuiverder en schonere las bekomt. De las krijgt ook een hoge kerftaaiheid. De las is grover en de slak is minder gemakkelijk te verwijderen in vergelijking met rutiel elektroden. Basische elektroden worden vaak gebruikt bij constructies die een hoge eigenspanning hebben.
